flegmatiek

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  flegmatiek    (hulp, bestand)
• IPA: /flɛxmɑ'tik/

Woordafbreking

• fleg·ma·tiek

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van flegma met het achtervoegsel -iek

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	flegmatiek	flegmatieker	flegmatiekst
verbogen	flegmatieke	flegmatiekere	flegmatiekste
partitief	flegmatieks	flegmatiekers	-

Bijvoeglijk naamwoord

flegmatiek

1. onverstoorbaar kalm

   • Wat een flegmatieke jongen is dat toch... 

Synoniemen

• flegmatisch, stoïcijns

Afgeleide begrippen

• flegmatica

Gangbaarheid

• Het woord flegmatiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "flegmatiek" herkend door:

77 %	van de Nederlanders;
82 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.