Naar inhoud springen

fiskemiddag

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • fis·ke·mid·dag
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie 146669
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   fiskemiddag     fiskemiddagen     fiskemiddager     fiskemiddagene  
genitief   fiskemiddags     fiskemiddagens     fiskemiddagers     fiskemiddagenes  

Zelfstandig naamwoord

fiskemiddag, m

  1. vismaal, vismaaltijd
    «Dette er oppskrift på en enkel og rimelig fiskemiddag: fiskegryte med spinatgris.»
    Dit is het recept voor een eenvoudig en goedkoop viseten: vispot met spinazierijst.