fietsvierdaagse
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fiets·vier·daag·se
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van fiets en vierdaagse
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fietsvierdaagse | fietsvierdaagsen fietsvierdaagses |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de fietsvierdaagse m
- (sport) evenement bestaande uit vier dagen recreatief fietsen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord fietsvierdaagse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.