familietherapie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fa·mi·lie·the·ra·pie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van familie en therapie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | familietherapie | familietherapieën |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de familietherapie v
- (psychologie) een tak van psychotherapie , die werkt met families en koppels met een intieme relatie om verandering en ontwikkeling te begeleiden
- De familietherapie zal ook de familieleden helpen om vaardigheden te ontwikkelen die de kwaliteit van hun leven kan verbeteren.[1]
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'familietherapie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Sophie Van Ham (2005). Onderzoek naar de effectiviteit van de residentieel geïntegreerde behandeling voor patiënten met een dubbeldiagnose. Academia Gent p.24.