familiar

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / fɑˈmiːlɪɑɾ /

Woordafbreking

• fa·mi·li·ar

Zelfstandig naamwoord

familiar

1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van familie

Spaans

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• fa·mi·liar

enkelvoud	meervoud
familiar	familiares

Zelfstandig naamwoord

familiar m

1. familielid, bloedverwant
2. vertrouweling
3. knecht
4. familiaris (van een bisschop)
5. dienaar van de inquisitie

Verwijzingen

• familiar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española