etenstijd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- etens·tijd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eten en tijd met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | etenstijd | etenstijden |
verkleinwoord | etenstijdje | etenstijdjes |
Zelfstandig naamwoord
de etenstijd m
- het moment waarop er (gebruikelijkerwijs) gegeten wordt
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord etenstijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "etenstijd" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be