erica

Nederlands

Erica teneus

Uitspraak

• Geluid:  erica    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• eri·ca

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het middeleeuws Latijn, in de betekenis van ‘dopheide’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1889

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	erica	erica's
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de erica v / m

1. (plantkunde) Erica  een geslacht van heideplanten

Synoniemen

• dopheide, struikheide

Gangbaarheid

• Het woord erica staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "erica" herkend door:

72 %	van de Nederlanders;
57 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.