enigma

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  enigma    (hulp, bestand)
• IPA: / eˈnɪxma / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• enig·ma

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘raadsel’ voor het eerst aangetroffen in 1824

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	enigma	enigma's enigmata
verkleinwoord	enigmaatje	enigmaatjes

Zelfstandig naamwoord

het enigma o

1. raadsel

Afgeleide begrippen

• enigmatisch

Gangbaarheid

• Het woord enigma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "enigma" herkend door:

91 %	van de Nederlanders;
89 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.