duivelskunstenaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dui·vels·kun·ste·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord duivelskunstenaar duivelskunstenaars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de duivelskunstenaarm

  1. iemand die iets uitzonderlijk goed kan / iemand die alles kan
    • Een politicus uit het Democratische kamp noemde Bill Clinton onlangs de hardste man die hij ooit had ontmoet. De komende dagen zal blijken of die constatering juist is als de president de nieuwe stormvlaag van kritiek moet trotseren die opsteekt na uitzending van de videobanden van zijn verhoor. Volgens The Economist zal duivelskunstenaar Clinton tot het eind doorvechten zolang hij het goed doet in de opiniepeilingen en hij erin slaagt iedere ontsnapping aan het noodlot als een overwinning te presenteren.[1] 
  2. beoefenaar van de zwarte kunst
    • Goethe durfde op voet van gelijkheid te verkeren met de stenen en de sterren, met goden en demonen, met eigen gaven en opdrachten van buitenaf, met de tijd, de wereld, met christendom, atheïsme, pantheïsme, met de islam, en met Fichte, Hegel, Schopenhauer, en er toch het zijne van te denken, dichtenderwijs. Een soeverein die prima zonder leerstellingen kan, en zonder lovende recensies, maar niet zonder het tegenwicht van zielsverwanten. 'Himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt - glucklich allein ist die Seele die liebt.' Opmerkelijk, dat die laatste regel zo zelden wordt geciteerd. Liefhebben is verduiveld moeilijk, maar Goethe was die duivelskunstenaar. En de lezer van Safranski's biografie zou bijna de god willen zijn die Goethe de jonggestorven Schiller terug had kunnen geven. Omwille van een heelheid die nooit tot een abstractie, nooit tot een eenheid is terug te voeren, zonder het meerduidige leven schade toe te brengen. Schiller postuleerde de Spieltrieb, de behoefte tot spelen, Goethe belichaamde haar.[2]  
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. NRC 21 september 1998
  2. Volkskrant Désanne Van Brederode 6 juni 2015