duben

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /dʊbɛn/

Woordafbreking

• du·ben

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het zelfstandige naamwoord dub met het achtervoegsel -en

Zelfstandig naamwoord

duben monbezield

1. (tijdrekening) april; de vierde maand van het jaar

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	duben	dubny
genitief	dubna	dubnů
datief	dubnu	dubnům
accusatief	duben	dubny
vocatief	dubne	dubny
locatief	dubnu	dubnech
instrumentalis	dubnem	dubny

Synoniemen

• (spreektaal) apríl monbezield

Afgeleide begrippen

• dubnový

Verwante begrippen

Maanden in het Tsjechisch
leden januari	únor februari	březen maart	duben april	květen mei	červen juni	červenec juli	srpen augustus	září september	říjen oktober	listopad november	prosinec december

• aprílový
• dubový

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Akademický slovník současné češtiny - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch / Duits)