dreadlocks

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dread·locks
Woordherkomst en -opbouw
[2] enkelvoud meervoud
naamwoord (dreadlock) dreadlocks
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dreadlocksmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord dreadlock
  2. alleen meervoud kapsel dat bestaat uit bundels vervilt haar, dat op een natuurlijke wijze kan ontstaan wanneer krullend haar gedurende enige tijd niet wordt gekamd
Vertalingen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen