doorgeef
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: doorgeef (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdorɣef / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈdo̝ːrχef/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈdoːrɣef/
Woordafbreking
- door·geef
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorgeven |
doorgeef
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorgeven
- ... dat ik doorgeef.