dienstvaardigheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dienst·vaar·dig·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van dienstvaardig met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dienstvaardigheid | dienstvaardigheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- de mate waarin iemand bereid is om een ander te helpen
- handeling waarmee iemand een ander helpt
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord dienstvaardigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.