diagnostiek

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  diagnostiek    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• di·ag·nos·tiek

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van diagnose (met het voorvoegsel dia-) met het achtervoegsel -iek

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	diagnostiek	diagnostieken
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de diagnostiek v

1. (medisch) de leer van het diagnose stellen

Hyponiemen

• irisdiagnostiek, laboratoriumdiagnostiek, psychodiagnostiek, systeemdiagnostiek

Verwante begrippen

• diagnostisch, diagnosticus

Vertalingen

    1.   

Spaans: diagnóstico (es) m

Gangbaarheid

• Het woord diagnostiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "diagnostiek" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.