dalend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  dalend    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈdalənt/

Woordafbreking

• da·lend

Woordherkomst en -opbouw

• dalen met uitgang -d

Werkwoord

vervoeging van:	dalen
verbogen vorm:	dalende

dalend

1. onvoltooid deelwoord van dalen

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	dalend	dalender	dalendst
verbogen	dalende	dalendere	dalendste
partitief	dalends	dalenders	-

Bijvoeglijk naamwoord

dalend

1. omlaag bewegend

Gangbaarheid

• Het woord dalend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Afrikaans

Werkwoord

vervoeging van:	daal
verbogen vorm:	dalende

dalend

1. onvoltooid deelwoord van daal