dagvoorzitter
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dag·voor·zit·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dag zn en voorzitter zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dagvoorzitter | dagvoorzitters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de dagvoorzitter m
- (beroep) iemand die een evenement leidt dat één dag duurt zonder inhoudelijk betrokken te zijn
- ▸ Dagvoorzitter Jos Houben opent het congres. Houben was ook voorzitter op het CDA-congres vorig jaar oktober, toen op een tumultueuze congres gestemd moest worden over deelname aan een kabinet met gedoogsteun van de PVV. Op dat congres ging er met het stemmen met formulieren van alles mis. Nu worden stemkastjes getest.[1]
- ▸ Bij de conferentie wordt alleen een soort eliteclub toegelaten op uitnodiging. Door Jon 'Pep' Rosenfeld, de dagvoorzitter van TEDx Amsterdam, werd deze groep vanochtend omschreven als highschool-nerds die het uiteindelijk hebben gemaakt.[2]
Gangbaarheid
- Het woord dagvoorzitter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Het CDA-congres van minuut tot minuut” (Zaterdag 29 oktober 2011, 17:05), NOS
- ↑ Weblink bron “TEDx: voor highschool-nerds die het gemaakt hebben” (Dinsdag 30 november 2010, 11:01), NOS