dagmenu
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dag·me·nu
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dag en menu
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dagmenu | dagmenu's |
verkleinwoord | dagmenutje | dagmenutjes |
Zelfstandig naamwoord
het dagmenu o
- menu dat speciaal voor die dag is bereid in een restaurant
- Ik heb weer geen goedkope tent uitgezocht, met à la carte gerechten van tussen de 25 en 38 euro. Een menu is er in zes of acht gangen voor respectievelijk 85 en 125 euro. Dat is pittig, maar geen cent te veel. Het is ook mogelijk om wat minder te besteden met een dagmenu van vier gangen voor 65 euro of een losse kalfsschenkel om te delen met z’n vieren voor 25 euro per persoon. [1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord dagmenu staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dagmenu" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ NRC Joël Broekaert 24 november 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %