Naar inhoud springen

dagexcursie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dag·ex·cur·sie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dagexcursie dagexcursies
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dagexcursiev

  1. uitstapje dat één dag duurt
     Het stel had zaterdag een reguliere dagexcursie naar een natuurgebied gemaakt, samen met veel andere toeristen, zegt een woordvoerder van reisorganisatie TUI. Bij terugkomst in het hotel hebben de twee daar nog gegeten. Ze verbleven in het gebied Punta Cana.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2023 Weblink bron “Nederlands stel omgekomen op huwelijksreis” (Maandag 13 juni 2016, 07:50), NOS