dadaïst

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  dadaïst    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• da·da·ist

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van dada met het achtervoegsel -ist

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	dadaïst	dadaïsten
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de dadaïst m

1. (kunst) beoefenaar van dada (dadaïsme)

Afgeleide begrippen

• dadaïstisch

Gangbaarheid

• Het woord dadaïst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dadaïst" herkend door:

72 %	van de Nederlanders;
81 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.