Naar inhoud springen

daaropvolgende

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • daar·op·vol·gen·de

Bijvoeglijk naamwoord

daaropvolgende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van daaropvolgend
     Het daaropvolgende uur werd gekenmerkt door gezellige borrelpraat en een drinktempo van Joop en Coby waarmee Jeroen en Chantal zich niet konden en wilden meten.[1]

Verwijzingen