cultuurbudget
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cul·tuur·bud·get
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van cultuur zn en budget zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cultuurbudget | cultuurbudgetten cultuurbudgets |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het cultuurbudget o
- (kunst) geld dat beschikbaar is voor kunst en kunstuitingen
- ▸ Met zo'n 20 miljoen euro wil de staatssecretaris jonge mensen enthousiasmeren voor cultuur. Het geld gaat onder meer oefenruimtes voor bands, creatieve broedplaatsen en een cultuurbudget voor mbo-leerlingen.[1]
- ▸ Van Engelshoven zegt dat haar opvolger op het ministerie prima kan beginnen. Zo is er meer geld gekomen voor onderwijs en onderzoek, en ook is het cultuurbudget verhoogd. Ze denkt dat het voor haarzelf moeilijk zal worden om de politiek los te laten.[2]
Gangbaarheid
- Het woord cultuurbudget staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Kabinet wil met honderden miljoenen euro's cultuur herstellen” (Maandag 23 mei 2022, 13:58), NOS
- ↑ Weblink bron “D66-minister Van Engelshoven keert niet terug in nieuw kabinet” (Dinsdag 28 december 2021, 21:28), NOS