convulsief

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  convulsief    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• con·vul·sief

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van convulsie (met het voorvoegsel con-) met het achtervoegsel -ief

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	convulsief	convulsiever	convulsiefst
verbogen	convulsieve	convulsievere	convulsiefste
partitief	convulsiefs	convulsievers	-

Bijvoeglijk naamwoord

convulsief

1. (medisch) samentrekkend door kramp; krampachtig, stuipachtig

Gangbaarheid

• Het woord convulsief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "convulsief" herkend door:

58 %	van de Nederlanders;
68 %	van de Vlamingen.