control

Engels

Uitspraak

• Geluid:  control (US)    (hulp, bestand)

vervoeging
onbepaalde wijs	to  control
he/she/it	controls
verleden tijd	controlled
voltooid deelwoord	controlled
onvoltooid deelwoord	controlling
gebiedende wijs	control

Werkwoord

control

1. controleren, beheersen

Spaans

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /kon'tɾol /

Woordafbreking

• con·trol

enkelvoud	meervoud
control	controles

Zelfstandig naamwoord

control m

1. controle
2. beheersing
3. controlepost

Verwante begrippen

• controlador, controlar

Synoniemen

• [1] regulación, supervisión

Verwijzingen

• control in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española