concessief

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  concessief    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• con·ces·sief

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van concessie (met het voorvoegsel con-) met het achtervoegsel -ief

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	concessief	concessieven
verkleinwoord	-	-

_{Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord}

Zelfstandig naamwoord

de concessief m

1. (taalkunde) voegwoord waarmee een toegeving wordt uitgedrukt

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	concessief	concessiever	concessiefst
verbogen	concessieve	concessievere	concessiefste
partitief	concessiefs	concessievers	-

Bijvoeglijk naamwoord

concessief

1. (taalkunde) een toegeving uitdrukkend

Verwante begrippen

• cessie

Gangbaarheid

• Het woord concessief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.