clamber

Engels

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˈklӕmbə/

Woordherkomst en -opbouw

• van het Middelengelse werkwoord clambren; frequentatief gevormd uit climb "klimmen" met het achtervoegsel -er

vervoeging
onbepaalde wijs	to  clamber
he/she/it	clambers
verleden tijd	clambered
voltooid deelwoord	clambered
onvoltooid deelwoord	clambering
gebiedende wijs	clamber

Werkwoord

clamber

1. onovergankelijk beklimmen, klauteren, klimmen

Synoniemen

• scramble

Hyperoniemen

• climb

Afgeleide begrippen

• clamber about
• clamber aloft
• clamber into
• clamber out
• clamber over
• clamber up
• clamberer

enkelvoud	meervoud
clamber	clambers

Zelfstandig naamwoord

clamber

1. geklauter