christenmens
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: christenmens (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkrɪstə(n)ˌmɛns / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- chris·ten·mens
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | christenmens | christenmensen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de christenmens m
- (religie) iemand die een christelijk geloof belijdt
- (figuurlijk) fatsoenlijk mens, westers persoon
- ▸ Een vreemdeling! Enige honderden mijlen ver buiten ons land geboren! Op een gans verschillende wijze gekleed! En een taal sprekende, die geen christenmens verstaan kan! Welk een wonderlijk schepsel![5]
Synoniemen
- [1] christen
Antoniemen
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord christenmens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ christenmens op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “Anna Karenina” (1877), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028276062
- ↑ Weblink bron “Pionier voor het leven” (07-05-2009), Tubantia
- ↑ Weblink bron Dorothée Sturkenboom“Een verdeelde Verlichting. Stemmen uit de spectators.” (2001), Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam, ISBN 9025358780, p. 81 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Religie in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal