chineesje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- chi·nees·je
Zelfstandig naamwoord
het chineesje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord chinees
- ▸ Beetje wandelen, televisiekijken, Chineesje pikken, in bed een roddelblad lezen.[1]