chartervlucht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- char·ter·vlucht
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vlucht met afgehuurd vliegtuig’ voor het eerst aangetroffen in 1950.[1]
- samenstelling van charter en vlucht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | chartervlucht | chartervluchten |
verkleinwoord | chartervluchtje | chartervluchtjes |
Zelfstandig naamwoord
- reis met een vliegtuig gemaakt in opdracht van een of meer klanten en dus niet volgens een vaste dienstregeling
- We gaan met een chartervlucht naar Benidorm in Spanje voor onze vakantie.
Vertalingen
1. vlucht met afgehuurd vliegtuig
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord chartervlucht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.