carte blanche

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • car·te blan·che
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord carte blanche
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de carte blanchev

  1. blanco volmacht
    • De onderhandelaar had een carte blanche van zijn president. 
  2. iemand ~ geven: iemand toestemming geven om alles te doen wat hij of zij denkt dat noodzakelijk is
    • Het feestcomité eiste een carte blanche voor het organiseren van de festiviteiten.  

Gangbaarheid


Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  carte blanche     la carte blanche     cartes blanches     les cartes blanches  

Zelfstandig naamwoord

carte blanche

  1. carte blanche, de vrije hand, vrij spel, volmacht