canlı

Turks

Woordafbreking

• can·lı

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van can met het achtervoegsel -lı.

Bijvoeglijk naamwoord

canlı

1. levend, in leven
2. levendig, energiek, vitaal, dynamisch, actief
3. levendig, krachtig, sterk
4. levendig, helder, fris, opvallend (bijv. van kleuren)
5. (media) live, rechtstreeks (van een televisie- of radio-uitzending)

	enkelvoud	meervoud
nominatief	canlı	canlılar
genitief	canlının	canlıların
datief	canlıya	canlılara
accusatief	canlıyı	canlıları
locatief	canlıda	canlılarda
ablatief	canlıdan	canlılardan

Zelfstandig naamwoord

canlı

1. (biologie) levend wezen, organisme

Synoniemen

• [1] organizma