cancelt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- can·celt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
cancelen |
cancelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cancelen
- Jij cancelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cancelen
- Hij cancelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van cancelen
- Cancelt!
Gangbaarheid
- Het woord cancelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.