cachaça

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  cachaça    (hulp, bestand)
• IPA: / kaˈʃasa / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• ca·cha·ça

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	cachaça	cachaça's
verkleinwoord	cachaçaatje	cachaçaatjes

Zelfstandig naamwoord

de cachaça m

1. (drinken) een suikerrietdistillaat afkomstig uit Brazilië

Synoniemen

• pira

Vertalingen

    1. een suikerrietdistillaat afkomstig uit Brazilië   

Duits: Cachaça (de) v Engels: cachaça (en)

Frans: cachaça (fr) v Spaans: cachaza (es) v

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord cachaça staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.