bundeling

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bundeling    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bun·de·ling

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van bundelen met het achtervoegsel -ing

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bundeling	bundelingen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de bundeling v

1. het bundelen

Gangbaarheid

• Het woord bundeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bundeling" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
95 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.