boomtimalia

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  boomtimalia    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• boom·ti·ma·lia

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  boom  en  timalia zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	boomtimalia	boomtimalia's
verkleinwoord	boomtimaliaatje	boomtimaliaatjes

Zelfstandig naamwoord

boomtimalia

1. (zangvogels) een zangvogel uit de familie Timaliidae  (timalia's)

Hyponiemen

   

Deignans boomtimalia Haringtons boomtimalia Humes boomtimalia Laotiaanse boomtimalia Whiteheads boomtimalia calabarzonboomtimalia dwergboomtimalia geelkapboomtimalia geelkeelboomtimalia gestreepte boomtimalia gouden boomtimalia grijskapboomtimalia grijskeelboomtimalia grijskopboomtimalia grijswangboomtimalia negrosboomtimalia nonggangboomtimalia palawanboomtimalia panayboomtimalia parelwangboomtimalia roodbuikboomtimalia roodkopboomtimalia roodstuitboomtimalia roodvleugelboomtimalia visayaboomtimalia vleknekboomtimalia vuurkruinboomtimalia witborstboomtimalia witkeelboomtimalia witnekboomtimalia zwartkeelboomtimalia zwartkinboomtimalia

Gangbaarheid

• Het woord 'boomtimalia' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.