boomhop
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- boom·hop
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boom en hop
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boomhop | boomhoppen |
verkleinwoord | boomhopje | boomhopjes |
Zelfstandig naamwoord
de boomhop m
- (neushoornvogelachtigen) vogel uit de familie Phoeniculidae en orde Bucerotiformes . De familie telt 9 soorten. Ze hebben een zwart verenkleed met een blauwe of metaalgroene glans. Ze hebben afgeronde vleugels, korte poten met lange nagels en een lange, fijne, licht gebogen snavel
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord 'boomhop' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.