bonkend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bon·kend
Werkwoord
vervoeging van: | bonken |
verbogen vorm: | bonkende |
bonkend
stellend | |
---|---|
onverbogen | bonkend |
verbogen | bonkende |
partitief | bonkends |
Bijvoeglijk naamwoord
bonkend
- met grote hevigheid kloppen
- Moe, maar tegelijkertijd met een hyper gevoel in bed liggen, overdag energieloos zijn en een alarmerend bonkende hartslag bij geringe inspanning. [1]
- Wat onderzoekers wel weten, is dat je van alcoholhoudende dranken flink uitdroogt. Wie alcohol drinkt moet vaker naar de wc, waardoor je soms tot wel vier keer meer vocht verliest dan je binnenkrijgt. Het zorgt ervoor dat het aandeel vocht in de bloedvaten van onze hersenvliezen daalt. Met bonkende koppijn als gevolg. ,,Water voorkomt alleen uitdroging als je elk glas alcohol afwisselt met een glas water. Wie vlak voor het slapen gaan nog wat glazen water drinkt, is al te laat.’’ [2]
- ▸ Harald lag onder de deken met een zaklamp en las met bonkend hart. 'De loopgravenstrijd is de bloedigste, wildste en wreedste van alle veldslagen. Er stonden mannen in op die de situatie meester waren, onbekende, onverschrokken krijgers.[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord bonkend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Tubantia Lisette van der Geest 02-08-18 'Wie dit gebruikt speelt met zijn leven'
- ↑ Tubantia Kaj van Arkel 18-11-18 Dit is waarom er nog geen ‘antikaterpil’ op de markt is
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691