bondskanselier

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bonds·kan·se·lier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bondskanselier bondskanseliers
bondskanselieren
verkleinwoord bondskanseliertje bondskanseliertjes

Zelfstandig naamwoord

de bondskanselierm

  1. (regering) hoofd van de regering in de Bondsrepubliek Duitsland of Oostenrijk
  2. (regering) ambtenaar die leiding geeft aan de staf van de regering van Zwitserland

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen