boerenzegswijs
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boerenzegswijs (hulp, bestand)
- IPA: / burə(n)ˈzɛxswɛis / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- boe·ren·zegs·wijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boerenzegswijs | boerenzegswijzen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (taalkunde) uitdrukking die gebruikt wordt op het platteland
- ▸ Dat één Vlaming naar de boerenzegswijs drie Fransen waard is, dat hij de laaiende zonnebrand van de zomer zo goed verdraagt als de mist en de regen van het herfstseizoen en voortwroet met zijn felle werkdrift, dat valt nog te verklaren uit het feit dat hij van een sterk en nijver ras stamt en daarbij zoveel verdienste als maar mogelijk is mee naar huis wil brengen.[1]
Synoniemen
- boerenzegswijze (uitspraakvariant)
Gangbaarheid
- Het woord 'boerenzegswijs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Rogier van Aerde"Hier is geen werk voor mijne handen" in: De Katholieke Illustratie, jrg. 93 nr. 23 (6 juni 1959), De Spaarnestad, Haarlem, p. 31 kol. 1
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -en- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Taalkunde in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal