boeier

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  boeier    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• boei·er

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘vaartuig’ voor het eerst aangetroffen in 1475
• Naamwoord van handeling van boeien met het achtervoegsel -er ??

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	boeier	boeiers
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de boeier m

1. (scheepvaart) oud type zeilschip, nu vooral gebruikt voor pleziertochten

Hyponiemen

• tonnenboeier

Afgeleide begrippen

• boeieraak

Gangbaarheid

• Het woord boeier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boeier" herkend door:

53 %	van de Nederlanders;
41 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.