blinka

Uit WikiWoordenboek

Noors

Woordafbreking
  • blin·ka

Werkwoord

blinka

  1. verleden tijd van blinke
  2. voltooid deelwoord van blinke
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

blinka, mv

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van blink
Schrijfwijzen


Nynorsk

Woordafbreking
  • blin·ka

Werkwoord

blinka

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast blinke, zie aldaar

blinka

  1. verleden tijd van blinka
  2. voltooid deelwoord van blinka

Werkwoord

blinka

  1. verleden tijd van blinke
  2. voltooid deelwoord van blinke