blein
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- blein
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blein | bleinen |
verkleinwoord | bleintje | bleintjes |
Zelfstandig naamwoord
- (België)blaar
- Hij heeft een blein op zijn hand,
Gangbaarheid
- Het woord blein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "blein" herkend door:
7 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ blein op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be