bevruchting
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bevruchting (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·vruch·ting
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van bevruchten met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bevruchting | bevruchtingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bevruchting v
- (biologie) conceptie, fertilisatie, fecundatie, samensmelten van zaadcel en eicel.
- Bevruchting is bij geslachtelijke voortplanting het proces van de samensmelting van twee haploïde gameten, zoals een zaadcel en een eicel, dat leidt tot samensmelting van de mannelijke en de vrouwelijke kern (karyogamie) en tot de vorming van een diploïde zygote en eventueel uiteindelijk de ontwikkeling van een embryo.
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord bevruchting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bevruchting" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be