beuren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  beuren    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• beu·ren

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘tillen’ voor het eerst aangetroffen in 1280

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
beuren	beurde	gebeurd
zwak -d	volledig

Werkwoord

beuren overgankelijk

1. tillen, opheffen
2. innen

   • het is betaaldag, mag ik even beuren, heren? 

Verwante begrippen

• [1] heffen, omhoogtrekken, ophalen, oprichten, verheffen, verhogen

Hyponiemen

• gebeuren, misbeuren, opbeuren, overbeuren, verbeuren

Afgeleide begrippen

• gebeur

Vertalingen

    1.   

Engels: lever (en), lift (en), raise (en)

Spaans: alzar (es), levantar (es)

Gangbaarheid

• Het woord beuren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beuren" herkend door:

95 %	van de Nederlanders;
62 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.