beschutte

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  beschutte    (hulp, bestand)
• IPA: / bəˈsxʏtə / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• be·schut·te

Bijvoeglijk naamwoord

beschutte

1. verbogen vorm van de stellende trap van beschut

Werkwoord

vervoeging van
beschutten

beschutte

1. enkelvoud verleden tijd van beschutten
   

   • Ik beschutte. 
     
   • Jij beschutte. 
     
   • Hij, zij, het beschutte. 

2. aanvoegende wijs van beschutten
3. verbogen vorm van beschut, voltooid deelwoord van beschutten

Gangbaarheid

• Het woord beschutte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.