beschrijft
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beschrijft (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·schrijft
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beschrijven |
beschrijft
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschrijven
- Jij beschrijft.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschrijven
- Hij beschrijft.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van beschrijven
- Beschrijft!