bergvolk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- berg·volk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bergvolk | bergvolken bergvolkeren |
verkleinwoord | bergvolkje | bergvolkjes |
Zelfstandig naamwoord
het bergvolk o
- groep met elkaar verwante mensen die in de bergen wonen
- ▸ De Frygische muts is een zacht kegelvormig hoofddeksel waarvan de top naar voren wijst en wat naar beneden valt. De Frygiërs leefden in het gebied dat nu tot Turkije behoort en waren een bergvolk dat door de Romeinen tot slaaf was gemaakt. Als ze uit de slavernij verlost werden, droegen ze een Frygische muts.[2]
Gangbaarheid
- Het woord bergvolk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Eeuwenoud beeld van krijger duikt op tussen garnalen bij Texel” (Dinsdag 2 augustus 2022, 16:17), NOS