beklijven

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  beklijven    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·klij·ven

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘gedijen’ voor het eerst aangetroffen in 1265
• afgeleid van kleven met het voorvoegsel be-

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
beklijven	beklijfde	beklijfd
zwak -d	volledig

Werkwoord

beklijven

1. onovergankelijk voortleven in de herinnering

Verwante begrippen

• aanhouden, duren, standhouden, voortduren
• aanblijven

Afgeleide begrippen

• beklijving

Vertalingen

    1.   

Engels: continue (en), endure (en), keep on (en), last (en)

Spaans: durar (es)

Gangbaarheid

• Het woord beklijven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beklijven" herkend door:

90 %	van de Nederlanders;
94 %	van de Vlamingen.