Naar inhoud springen

behulpzaam

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·hulp·zaam
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen behulpzaam behulpzamer behulpzaamst
verbogen behulpzame behulpzamere behulpzaamste
partitief behulpzaams behulpzamers -

Bijvoeglijk naamwoord

behulpzaam

  1. bereid om te helpen
    • Hij kreeg laatst een prijs als het behulpzaamste lid van de vereniging. 
     De bedoeling van dit boek is hierbij behulpzaam te zijn. In de vele lees- en voorleesverhalen en de korte documentaties wordt iets van de oorsprong en de viering van onze jaarfeesten belicht.[1]
     Die analyse had tot de praktische conclusie geleid dat echte solidariteit bestond uit bankovervallen en wapendiefstallen om de PFLP behulpzaam te zijn.[2]
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat op Wikipedia, p. 7
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044645149
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be