beetkrijgen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  beetkrijgen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• beet·krij·gen

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  beet  en  krijgen 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
beetkrijgen	kreeg beet	beetgekregen
klasse 1	volledig

Werkwoord

beetkrijgen

1. overgankelijk te pakken krijgen
2. overgankelijk (van een ziekte) oplopen

Verwante begrippen

• beetnemen, pakken, vangen, vastpakken, vatten

Vertalingen

    1.   

Engels: capture (en), catch (en), grapple (en)

Spaans: atrapar (es), capturar (es)

Gangbaarheid

• Het woord beetkrijgen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.