beëdiging
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·edi·ging
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van beëdigen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beëdiging | beëdigingen |
verkleinwoord | beëdiginkje | beëdiginkjes |
Zelfstandig naamwoord
de beëdiging v
- de bekrachtiging van een functie door de afname van een eed/gelofte.
- De beëdiging van de nieuwe koning wordt gevolgd door de inhuldiging.
Gangbaarheid
- Het woord beëdiging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beëdiging" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be